Skip to main content

Hoe werken we?

De leersteun start op het moment dat de school een aanvraag tot leersteun doet, de leersteun kan gestart worden tijdens elk moment van het schooljaar. Het leersteuntraject kent volgende stappen:

  1. Informatie verzamelen: Er wordt gestart met een verkennende periode (observatie, gesprekken, verslagen, …).
  2. Doelen selecteren: tijdens het startgesprek wordt er met alle partijen doelen geformuleerd, deze worden SMART geformuleerd.
  3. Leersteunacties: acties worden ondernomen in functie van de doelen die tijdens het startgesprek werden opgesteld.
  4. Evaluatie en bijsturing: De doelstellingen, acties en het proces worden tussentijds geëvalueerd en indien nodig bijgestuurd.  De leersteun loopt verder indien nodig en wordt afgerond waar het kan.

Samenwerking met scholen, leerlingen en ouders

De leersteuntrajecten krijgen inhoud en vorm in samenwerking met de leraar en het schoolteam. De leraar en het schoolteam zijn samen met oa de leerondersteuner mee verantwoordelijk voor de leersteun. 

We zetten in op actieve betrokkenheid van ouders, zodat zij geïnformeerd zijn over het leersteuntraject. Op regelmatige tijdstippen wordt er overleg gepland met alle betrokkenen waarin verdere afspraken worden gemaakt over het verloop van het ondersteuningstraject en de communicatie hierover.

Samenwerking met PBD en CLB

We werken samen voor de leerlinggerichte leersteun met het CLB als belangrijke partner. 

Naast het CLB betrekt het leersteuncentrum OKOplus partners die de ouders ondersteunen bij de vormgeving van het leersteuntraject. 

Voor leraar en schoolteamgerichte leersteun stemt OKOplus af met CLB als PBD FOPEM of PBD Steinerscholen.

Link PBD FOPEM

Link PBD Steinerscholen

Klachtenprocedure

Leerlingen, ouders en scholen die een duidelijke onvrede hebben over de leersteun aangeboden door het leersteuncentrum OKOplus kunnen klacht indienen. Klachten kunnen ingediend worden door de  leerlingen die recht hebben op leersteun, hun ouders en de scholen waarbij ze ingeschreven zijn.

Procedure

1.Informele behandeling

Vóór de eigenlijke klachtenprocedure start is er de mogelijkheid om contact op te nemen met de leerondersteuner, de coördinator (evelyn.vancaster@okoplus.be) en/of directeur (lindsey.devlieghere@okoplus.be) van het LSC OKOplus.

Dit heeft de klager de kans om een eerste vraag, bedenking of uiting van ongenoegen op een informele manier te delen. In de meeste gevallen kan dit tot een bevredigende oplossing leiden. De klager kan zich hierbij laten ondersteunen door de medewerker(s) van het CLB van de school waar de leerling is ingeschreven.

Indien men niet tot een oplossing komt, wordt de nodige uitleg gegeven over mogelijke verdere stappen om een formele klacht in te dienen en om m.a.w. “verder te gaan”. In dit geval dient de klager zich schriftelijk te richten tot de directeur van het leersteuncentrum. Zolang dit niet schriftelijk is, loopt de informele behandeling van de klacht.

2.Formele behandeling

Schriftelijk

Zodra de klacht schriftelijk bij de directeur (Lindsey Devlieghere) is ingediend, kan de formele klachtenprocedure van start gaan.

Vormvereisten

  • De klacht wordt schriftelijk ingediend via brief/e-mail;
  • De klacht moet over een voorval gaan dat niet langer dan 6 maanden geleden is;
  • De klacht werd nog niet eerder formeel behandeld;
  • De klacht maakt geen voorwerp uit van een lopende gerechtelijke procedure.

Inhoudelijke vereisten

  1. De klacht gaat over iets waar je zelf belang bij hebt.
  2. De klacht gaat niet over het over algemeen beleid/voornemens maar wel over een specifieke leerling;
  3. De klacht gaat niet over regelgeving;
  4. De klacht bevat: de naam van de leerling, de school, de leerondersteuner en een duidelijke weergave van de feiten;

Stappen

De formele behandeling van de klacht wordt behandeld binnen de vijf werkdagen na ontvangst, schoolvakanties niet inbegrepen.

De directeur bespreekt  de klacht met de coördinator al dan niet in samenspraak met de betrokken leerondersteuner en reageert:

• via schriftelijke weg (e-mail);

• met een voorstel tot een gesprek met de klager (datum, plaats, onderwerp, …) . De directeur beslist, na overleg met de betrokken leerondersteuner, over de opportuniteit van diens aanwezigheid tijdens dit gesprek met de klager. Hij deelt uitdrukkelijk aan de leerondersteuner mee dat hij steeds het recht heeft om samen of apart gehoord te worden.

3.Onafhankelijke bemiddeling bij klachten over leersteunaanbod (voor ouders en leerlingen)

Wanneer het nodig is kunnen leerlingen of ouders via het CLB van de school een beroep doen op onafhankelijke bemiddeling over het leersteunaanbod voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften.

De klacht zal altijd eerst, met ondersteuning van een medewerker van het CLB van de eigen school, besproken worden met de betrokken partner. Als dat ontoereikend is, zal een ander CLB optreden als onafhankelijke bemiddelaar. Ouders kunnen bij het CLB van de eigen school terecht om te weten welk ander CLB als onafhankelijke bemiddelaar kan optreden.

Leerlingen of ouders kunnen om onafhankelijke bemiddeling vragen als ze klachten hebben over:

  • de redelijke aanpassingen door de school;
  • de afweging van proportionaliteit van redelijke aanpassingen;
  • de leersteun vanuit het leersteuncentrum;
  • een GC-verslag, een IAC-verslag of een OV4-verslag.

Het uitgangspunt is wel dat een klacht steeds eerst besproken wordt met de betrokken medewerkers vooraleer onafhankelijke bemiddeling wordt ingeschakeld. Dat houdt het volgende in:

  • Bij klachten over redelijke aanpassingen door de school wordt eerst de betrokken school aangesproken, met ondersteuning van de betrokken medewerkers van het CLB van de school waar de leerling is ingeschreven.
  • Bij klachten over de afweging van redelijke aanpassingen worden eerst de betrokken medewerkers van het CLB van de school waar de leerling is ingeschreven aangesproken.
  • Bij klachten over de leersteun van het leersteuncentrum wordt eerst het betrokken leersteuncentrum aangesproken, met ondersteuning van de betrokken medewerkers van het CLB van de school waar de leerling is ingeschreven.

Bij klachten over een GC-verslag, een IAC-verslag of een OV4-verslag worden eerst de betrokken medewerkers van het CLB van de school waar de leerling is ingeschreven aangesproken. Als dat niet leidt tot een gewenst resultaat, volgen de leerling of de ouders de klachtenprocedure van het CLB waarmee de school waar de leerling is ingeschreven samenwerkingsafspraken heeft.

Als het gesprek met de betrokken medewerkers niet tot een gewenst resultaat leidt, kan onafhankelijke bemiddeling worden ingeschakeld.

Wanneer er onenigheid is tussen ouders, school en CLB over de noodzaak of inhoud van een IAC-verslag of OV4-verslag kan een van de betrokkenen ook bemiddeling vragen bij de Vlaamse Bemiddelingscommissie. Als ouders bemiddeling vragen, moet eerst de klachtenprocedure bij het CLB doorlopen zijn.

Gegevens bemiddelingscommissie 

e-mailadres: bemiddelingscommissie.onderwijs@vlaanderen.be

Tel: 02 553 87 18

Fax: 02 553 93 85

Voor meer informatie over de bemiddelingscommissie: http://www.onderwijs.vlaanderen.be/nl/vlaamse-bemiddelingscommissie